Natuur en landschap

Gebied met vele gezichten

Van het weidse uitzicht over het grote open water, tot de beschutting van het moerasbos: je vindt het in De Alde Feanen. De enorme variatie aan landschappen zorgt voor een rijke natuur met veel bijzondere bewoners. Zo komen er in De Alde Feanen meer dan 450 verschillende soorten planten voor en broeden er ruim honderd soorten vogels.


Elk deel van het laagveenmoeras heeft zijn eigen bewoners. Het open water is het domein van veel vissoorten, de uitgestrekte rietvelden vormen een prima onderkomen voor allerlei moerasvogels en de bloemrijke natte graslanden zijn uitstekende broedgebieden voor weidevogels. Het is niet voor niets dat De Alde Feanen door kenners als één van de mooiste moerasgebieden van Noordwest Europa wordt gezien!

Natura 2000

Een groot deel van Nationaal Park De Alde Feanen is aangewezen als Natura 2000 gebied. Lees er hier alles over.

Open water

De Alde Feanen bestaat voor ongeveer 425 hectare uit oppervlaktewater. Dat zijn 425 ijsbanen bij elkaar! Het bestaat uit sloten, vaarten, petgaten, plassen en meren.

In het water dat in verbinding staat met de open wateren, komen weinig waterplanten voor. In de meer afgesloten wateren, bijvoorbeeld in de petgaten, is de kwaliteit van het water veel beter. Hier vind je waterplanten zoals de gele plomp en de witte waterlelie. Naast planten, zijn er in het water van De Alde Feanen wel 20 vissoorten te vinden. Ook daar is weer een verschil tussen de verbinding met het open water waar de brasem vooral zwemt, en de afgesloten wateren waar naast brasem veel zeelt, baars, en snoek huist.

Waar vis is, zijn vogels en dus kun je de fuut, aalscholver en blauwe reiger zomaar zien vliegen en jagen. Misschien spot je zelfs een zeldzame vogelsoort als de purperreiger of roerdomp! De grotere plassen vormen in het najaar en in de winter, zo lang het water niet dichtvriest, belangrijke rust- en pleisterplaatsen voor watervogels. Vooral duizenden eenden, als smient, wilde eend, krakeend, kuifeend en tafeleend verblijven op deze plassen.

Je ziet hem niet maar je ruikt hem wel: de otter

De otter: met zijn snorharen voelt hij trillingen in het water. Zo spoort hij op een slimme manier vis op, zijn favoriete prooi. Je ziet de otter misschien niet snel, maar zijn sporen zijn wel te vinden: bijvoorbeeld pootafdrukken of ‘spraints’, een mooi woord voor otterpoep, zijn bekende ottersporen.

Rietland

In De Alde Feanen vind je drie soorten riet. Er is het waterriet, dat groeit in water tot maximaal 1 meter diep. Je hebt overgangsriet, dat vind je in ondiep water. En er is landriet, dat op de ‘vaste wal’ staat.

Met elkaar vormt het riet in De Alde Feanen een groot deel van het totale oppervlak. Langs het open water van meren en kleine wateren komen uitgebreide rietgordels voor. Allerlei vissen maken gebruik van riet als paai- en schuilplaats. Daarnaast biedt riet moeras- en watervogels, zoals de baardman, kleine karekiet en rietgors, een veilige nest- en foerageerplaats. Met name overjarig waterriet biedt een aantal zeldzame moerasvogels, zoals bruine kiekendief, roerdomp en rallen goede nestgelegenheid. De bloemrijke rietlanden zijn zeer rijk aan insecten.

Grasland

Voor de vervening bestond een groot deel van het Friese veenweidegebied uit grasland. Nu is dat veel minder, maar in De Alde Feanen vind je nog steeds grote oppervlakten grasland. Alleen van het blauwgrasland is nog maar een aantal hectare over.


Blauwgrasland

De naam komt waarschijnlijk van de blauwe zegge. Deze soort kleurt, samen met een aantal andere soorten, de velden in de zomer blauwgrijs. Naast de blauwe zegge zijn de Spaanse ruiter, vlozegge, blonde zegge en pijpenstrootje kenmerkende soorten. Maar ook verschillende soorten orchideeën voelen zich in dit zeldzame grasland thuis.

Waar te vinden? Op de Rûne Sâne en de Twa Sân Mêden


Dotterbloemhooiland

Dit grasland is vernoemd naar de gewone dotterbloem. Hier komen de gewone dotterbloem, echte koekoeksbloem en waterkruiskruid voor. Ook kale jonker, grote ratelaar, grote wederik en moerasrolklaver worden vaak aangetroffen. Er komen veel broedvogels voor, waaronder kritische weidevogels zoals kemphaan, kwartelkoning, watersnip, grutto, slobeend en zomertaling. In de winter zijn de ondergelopen graslanden zeer in trek als slaapplaats voor duizenden eenden en ganzen. En in het najaar en vroege voorjaar maken duizenden steltlopers, zoals grutto, kemphaan, goudplevier en kievit gebruik van deze graslanden als foerageer- en slaapplaats

Waar te vinden? Op de Wyldlannen, Laban en de Lange Sâne.

Tip! Vanaf de boot heb je in het voorjaar een prachtig uitzicht op de door dotterbloemen fel geel gekleurde graslanden.

De Bolderen

Het blauwgrasland en dotterbloemhooiland staan ’s winters grotendeels onder water. Bij de laaggelegen polder De Bolderen is dat niet het geval, en wordt daarom ook wel een winterpolder genoemd. De polder is een belangrijk weidevogelgebied en foerageerplek voor ganzen en smienten. Er zijn bijzondere bloemen te vinden, zoals echte koekoeksbloem, kale jonker en rietorchis.

Moerasbos

In verhouding tot het duizenden jaren oude gebied, is het moerasbos in De Alde Feanen nog heel jong. In de Tweede Wereldoorlog is door de behoefte aan brandhout vrijwel al het bos in De Alde Feanen gekapt. Door deze gebieden tientallen jaren met rust te laten hebben zich waardevolle elzenbroekbossen ontwikkeld. Naast de zwarte els, is de grauwe wilg een kenmerkende soort.

Ook vind je hier veel sporkehout en wilde kamperfoelie. En langs de randen groeit, vooral in het oostelijk deel, de heerlijk geurende gagel. De bossen zijn rijk aan (korst)mossen, paddenstoelen, insecten en bosvogels. Vogels als buizerd, havik, en grote bonte specht broeden in deze bossen. Kleine zangvogels, zoals goudvink, grauwe vliegenvanger en nachtegaal vinden hier een rijk gedekte dis met insecten. Ook reeën en zelfs de zeldzame boommarter voelen zich in de dekking van het bos veilig.

Een kolonie aalscholvers

In het moerasbos van De Alde Feanen huist een grote aalscholverkolonie van zo’n 350 paar. Deze kolonie bevindt zich in De Princenhof aan de noordzijde van De Grutte Krite en is alleen per boot bereikbaar. Aalscholvers zijn goede duikers: tot wel 30 meter diep halen ze hun vis uit het water. Zie je een aalscholver met gespreide vleugels op de kant staan? Dan is hij waarschijnlijk zijn vleugels aan het drogen na zo’n duik. Pas als zijn verenpak droog is, kan hij weer vliegen.

De zeearend

Eén van de meest indrukwekkende bewoners van De Alde Feanen is de zeearend. Deze imposante roofvogel doet hier nu voor de tweede keer een broedpoging. Volg de livestream 24/7 via de webcam van It Fryske Gea en mis niks!

Draag jij De Alde Feanen een warm hart toe? Word dan donateur en help het park bij de doorontwikkeling!